The Guardians of Justice S01E01: eclectische, vermakelijke camp

In 1947 weet de zogeheten superheld Marvelous Man de Derde Wereldoorlog in een dag te beslechten in het voordeel van de geallieerden. Het wezen, dat op een dag ineens verschijnt vanuit het heelal, beschermt vervolgens gedurende vier decennia de aardbewoners tegen elkaar. In 1987 – The Guardians of Justice speelt zich af in dat jaar, een mooi excuus voor campy outfits en fluorescente tussentitels – verschijnt Marvelous Man ineens op televisie: hij vertelt aan de kijker dat hij verdrietig is, en vuurt een kogel af op zijn hand, die afketst. Hij voelt niets, zegt hij, dankzij het kogelvrije lijf waarin hij gevangen zit.

Vervolgens pakt hij een kogel met daarin een goedje – het equivalent van kryptonite; waar Superman allergisch voor is – en berooft hij zichzelf van het leven. Of niet? Of is er iemand die hem heeft gehersenspoeld? Of was dit een andersoortige geniale truc van een kwaadwillende partij? Het is aan Knight Hawk (Dallas Page) en zijn discipelen om dit uit te zoeken. Knight Hawk was een luitenant van Marvelous Man en is nog steeds trouw aan de missie van zijn superieur. Maar dan breekt de hel los en beschuldigen alle grootmachten elkaar: over en weer wordt gedreigd met een nucleaire oorlog. De timing kan in dat opzicht – gezien de ontwikkelingen in Oekraïne – niet beter.

The Guardians of Justice is serieus en satirisch. Gemaakt door Adi Shankar, die eerder al furore maakte met Castlevania. Shankar combineert in de superheldenreeks op speelse wijze animatie en live-action. Het resultaat oogt collage-achtig, als een b-film. Vermakelijk en over the top, maar ook weer niet te pretentieus.