Verfilming van een opzienbarende passage uit de Italiaanse geschiedenis verveelt op den duur.
Ingenieur Giorgio Rosa kwam eind jaren 60 op het lumineuze idee om zijn eigen natie te stichten voor de kust van het Italiaanse Rimini. Hij was de bureaucratie en regelgeving in zijn moederland Italië zat, en bouwde een eiland op stalen steigers. Het zogeheten ‘Rose Island’ werd een pelgrimsoord voor eigenwijze hedonisten, waar voortdurend werd gefeest. Totdat de Italiaanse overheid het utopische bouwwerk – dat wél buiten de Italiaanse territoriale wateren lag – zat was en een einde maakte aan de Rosa’s eigengereide project. Waarop Rosa zich beklaagde bij de Europese Unie in Straatsburg, zonder enig succes.
Filmmaker Sydney Sibilia verfilmde deze opzienbarende passage uit de Italiaanse geschiedenis, die ook nog eens parallel loopt aan de opkomst en val van het hippietijdperk. Gebouwd in 1967, operationeel in 1968, en door de Italiaanse marine gesloopt in 1969.
Rose Island (originele titel: L’incredibile storia dell’Isola delle Rose) is een zwaar geromantiseerde blik op dit tijdperk. Acteur Elio Germano geeft gestalte aan Rosa: een kind in een volwassen lichaam dat rondrijdt in zijn zelfgemaakte auto, zonder rijbewijs. Het is geen wonder dat Gabriella (Matilda De Angelis) geen heil meer zag in de relatie met Rosa. In dat opzicht is Rosa een incel avant là lettre: een minkukel die zwelgt in zelfmedelijden. Die, zoals zijn goede vriend Maurizio (Leonardo Lidi) mooi verwoordt, het eiland opricht ‘omdat het kan’, ‘zoals een hond zijn eigen ballen likt’.
Maar in Rose Island wordt Rosa bij vlagen opgevoerd als een soort libertaire vrijheidsstrijder, synchroon aan de idealen van de sixties. Hoewel zijn naïviteit – in feite is Rose Island ‘niets meer dan een beach club’ – telkens prevaleert. Want een land, of een eiland, behoeft meer dan drank, steigers, muziek en de zon. Daar lijkt Rosa zich steeds maar niet van bewust.
En hoewel het al moeilijk is om naar een onuitstaanbare hoofdpersoon te kijken, is Rose Island ook qua opzet weinig innovatief. De speelfilm is goeddeels een van a-tot-z-verfilming. Het is dus van meet af aan wachten tot het bittere einde. Dat gaat vrij snel vervelen.