Alles over series, tv en film. Vanaf de redactie van de VARAgids.

De rampzalige geschiedenis van de gameverfilming

  •  
03-07-2016
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
52 keer bekeken
  •  
Warcraft
23 jaar na het compleet geflipte Super Mario Bros. is er nog steeds geen fatsoenlijke verfilming van een game geweest. Wat snappen ze niet in Hollywood?
 
‘You leave  Warcraft  with two words ringing in your ear: Game over.’ Eén ster, meer wilde Rolling Stone niet geven aan Warcraft. De verfilming van de populaire game waarin mensen en orks met elkaar op de vuist gaan wegens een enorme migratiecrisis, is meedogenloos neergesabeld. Variety : ‘If this is wat combat looks like, it’s time to give peace a chance.’
Het zielloze script, de b-acteurs en de enorme overdaad aan special effects heeft de zoveelste entry opgeleverd in een toch al indrukwekkende lijst met slappe gameverfilmingen. Mortal Kombat , Resident Evil , Tomb Raider , Street Fighter en nu dus Warcraft : nog nooit heeft een game een goede film opgeleverd. Kijk maar op Rotten Tomatoes : geen van de meer dan dertig verfilmingen komt boven de 50 procent uit.
Nu is het genre relatief nieuw. In 1993 werd met de verfilming van Super Mario een moedige eerste stap gezet. De broertjes Mario en Luigi waren razend populair dankzij het succes op de NES 8 bit en  Nintendo twijfelde dan ook geen moment om een film te maken.
Alleen: hoe wordt een game over een gezette loodgieter die een prinses van een draak redt door heel veel paddestoelen te eten een fatsoenlijke film?
Niet.
Super Mario Bros was ondanks hoofdrollen voor Bob Hoskins en Dennis Hopper een vreemd allegaartje van sciencefiction, melige humor en overdadige special effects. ‘It was a harrowing experience,’ zou regisseur Rocky Morton later zeggen.
Hij liep tegen een probleem aan dat later nog veel vaker zou opspelen: gamestudio’s zien films als snel geld. Dankzij de originele game is er al een publiek aangeboord en een film lijkt dan een inkoppertje. Vandaar dat de studio erbij betrokken blijft, wat niet tot de beste films resulteert. Bij Super Mario Bros werd binnen anderhalve week het hele script herschreven, terwijl de set al klaar was. Hetzelfde euvel bij Street Fighter (1994), dat geldt als een van de schitterendste mislukkingen ooit.
Regisseur Stephen de Souza wilde voor deze verfilming met Jean-Claude van Damme en Raul Julia de regel van zeven aanhouden: een verhaal mag niet meer dan zeven karakters bevatten, anders raakt het publiek de draad kwijt. Denk The Magnificent Seven , The Seven Samurai’s en, eh, De zeven dwergen. De game bevat echter veel meer karakters, waar gamefabrikant Capcom ook speelgoedfiguurtjes van wilde uitbrengen. En dus kwam er iedere week een karakter bij, dat dus ook weer een paar minuten screen time moest krijgen. Continuïteit is in het eindresultaat dan ook net zo ver te zoeken als het tussenschot van Van Damme.
Sowieso was het verhaal een groot struikelblok voor de eerste gameverfilmingen. Street Fighter en het een jaar later verschenen Mortal Kombat draaien beide om een kleurrijke stoet vechtersbaasjes die aan een toernooi meedoen. Dat is te mager. Wat ook niet hielp, was dat alle karakters in deze games zwijgend door alle beproevingen heen gaan, op een ‘Ungh’ na dan. Geef Mario of Rayden in een film een stem, en het resultaat zal altijd anders zijn dan wat fans van het eerste uur dachten.
Belangrijker is echter hoeveel lol het is om te kijken naar generaal Bison die door Guile in elkaar wordt geslagen, als je zélf dat karakter kan spelen op de SNES? En dan ook nog eens met alle speciale moves – hadouken! – die in de film ontbreken? Games en films zijn totaal andere belevenissen. Bij de een zit je achter het stuur, bij de ander op de achterbank.
Voor de verfilming van de shoot-em-up Doom (2005) werd voor een tussenvorm gekozen. Het perspectief tijdens de actiescènes verschuift naar de hoofdpersoon, compleet met een meedeinend machinegeweer onder aan het beeld. Net als in de game dus. Leuke vondst, alleen wil de kijker het liefst zélf de trekker overhalen. Alsof een kind de controller van je Playstation heeft ingepikt en ’m niet meer wil teruggeven, zo voelde Doom. Een game draait om interactie, om een actieve deelnemer die in een eigen tempo een nieuwe wereld verkent. Dat lijkt in niks op 90 minuten stilzitten in de bioscoop.
Zonder interactie was de remedie van sommige regisseurs om de verfilmingen dan maar op te tuigen met zoveel mogelijk digitale animatie en ontploffingen. Regisseur Paul W. S. Anderson (ook van Mortal Kombat ) maakte van Resident Evil een standaard schietfilm, terwijl de game over een stadje waar door een mislukt experiment van een schimmig bedrijf iedereen zombie wordt, vol zit met suspense. Artistiek was Resident Evil een flop, maar commercieel werkte het wél. Liefst vier sequels zouden volgen, nummer zes komt later dit jaar uit. Het is datzelfde recept van veel spektakel en special effects dat van Warcraft zo’n zielloze verfilming heeft gemaakt.
Met Max Payne (2008), Tomb Raider (2001) en Hitman (2007) waren er een paar jaar na Street Fighter alsnog games die genoeg aanknopingspunten boden voor een goed script. Toch ging het ook hier weer fout. Tomb Raider bleek vooral een slappe Indiana Jones rip-off, Max Payne miste de onderhuidse spanning en Hitman was vooral een doodsaaie actiefilm. Er werden geen heldere keuzes gemaakt over of het bronmateriaal wel of niet volledig werd gebuikt. Het redelijke Prince of Persia (2010) was een bescheiden succes doordat de film alleen de setting van de game overnam en verder niets.
Interessant genoeg lijkt de redding voor gameverfilmingen nu vanuit de gamesindustrie zélf te komen. De budgetten zijn steeds groter geworden en overvleugelen vaak die van de gemiddelde Hollywoodproductie. Daardoor is er ook meer ruimte voor goede schrijvers en dus verhalen. Mass Effect , Deus Ex , The Division ; stuk voor stuk games die een rijke wereld bieden met een interessant narratief. Sterker nog: soms lijken ze door de complexe verhaallijnen zelfs onverfilmbaar.
Warcraft is de eerste van wat een nieuwe reeks gameverfilmingen moet worden. De woeste orks krijgen dit jaar gezelschap van de al even pissige vogels uit Angry Birds – wat eigenlijk de eerste verfilming is van een smartphone-app. Overigens is ook die geflopt (want geen verhaal). Assassin’s Creed staat nu als volgende film op de planning, en de verwachtingen zijn hooggespannen. Michael Fassbender en regisseur Justin Kurzel imponeerden recent nog met Macbeth , en de originele game heeft ook nog eens een rijk verhaal.
Het zou zomaar een nieuw begin kunnen zijn voor de gameverfilming, want inmiddels staan ook Metal Gear Solid , The Division , Mass Effect en Deus Ex op de rol. Stuk voor stuk games met boeiende karakters en vooral meeslepende verhaallijnen.
En omdat niet iedereen in Hollywood even snel van begrip is: ook van Tetris komt een verfilming.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van de Lagarde!