Little Voice S01E01: romantische (en vervelende) koortsdroom

Aan kronieken van New York is geen gebrek, zie bijvoorbeeld High Maintenance en het recent verschenen Betty. Little Voice – over een jonge singer-songwriter die het probeert te maken in The Big Apple – valt in diezelfde categorie. Het door J.J. Abrams ( Lost ) geproduceerde drama probeert koste wat kost dezelfde vuigheid en authenticiteit op te roepen die steevast gepaard gaat met verbeeldingen van de miljoenenstad. Die opzichtigheid voelt prompt aan als tenenkrommend: dat begint bij de muziek. Aspirant-artiest Bess King (Brittany O’Grady) maakt irritante, zoetsappige popmuziek die niet zou misstaan als intronummer van een matige sitcom.

Bess betaalt haar rekeningen door muziekles te geven (cliché), honden uit te laten in het idyllische Washington Square Park (cliché) en door achter de bar te staan (cliché). Wie de plotomschrijving van Little Voice leest, denkt allicht aan een televisieversie van Inside Llewyn Davis (2013), de instant-klassieker van de gebroeders Coen over een Bob Dylan -achtige zanger die op het punt staat door te breken. Niets is minder waar. We zien Bess nooit zo zwoegen als het titelpersonage uit de bovengenoemde dramedy. Het lijkt haar allemaal aan te komen waaien. Hoewel ze in de eerste aflevering nog bij haar vader – die straatperformer is in een metrostation – zevert over dat ze nog geen ster is.

Dan klinkt, ergens halverwege, ineens een ringtone van een Apple-smartphone. Waardoor je je realiseert dat je naar Apple TV+ zit te kijken. Het sorteert een subliminaal effect; hoewel het evengoed frustreert. En dat is een treffende metafoor voor Little Voice. Een drama over een muzikante die zichzelf ziet als slachtoffer, omdat mensen uit het publiek haar – in nota bene New York, waar critici geenszins schaars zijn – een en ander aanwrijven omdat ze haar act nog niet op orde heeft. Is dit het artiestenbestaan van een twintiger anno nu? Of is dit een koortsdroom uit de koker van romantische scenaristen? Het lijkt eerder op het laatste.