Alles over series, tv en film. Vanaf de redactie van de VARAgids.

Interview: Imanuelle Grives (Van God Los)

  •  
08-10-2017
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
515 keer bekeken
  •  
2607005063
Het duurde even – onder meer doro toedoen van een vreselijke middelbare schooldocent – maar Imanuelle Grives (32) heeft zichzelf geaccepteerd zoals ze is. 'Ik ben een werk in uitvoering.'
Mijn achternaam is Frans, maar wij spreken het een stuk minder deftig uit, gewoon als grieves, dus met een harde g en een flinke v. Hij komt uit Frans-Guyana. Mijn vader komt uit Suriname, maar zijn opa kwam van Frans-Guyana. Imanuelle betekent ‘God zij met ons’ en ‘grive’ betekent ‘merel’. God zij met ons mereltjes.
Je voornaam hoor je ook niet zo vaak.
Mijn ouders dachten dat ik een jongetje zou worden en wilden me Emanuel ­noemen. Zelfs toen ik al geboren was, dacht mijn vader nog steeds dat ik een jongen was. Tot de dokter zei: nee meneer, dat is de navelstreng.
 
[blendlebutton]
Was jij de eerstgeborene?
Van míjn ouders wel. Ik kom uit een gezin van zes. Mijn moeders eerste man is jong overleden, met hem had ze drie kinderen. Ze hertrouwde met mijn vader en ze kregen er nog drie. Mijn vader had ook al drie kinderen, dus eigenlijk was het een gezin van negen.
Hoe was dat, opgroeien in zo’n groot samengesteld gezin?
Ik weet eigenlijk niet beter dan dat het een gezellige boel was. Het is in fases gegaan: toen ik heel jong was, was ik het nakomertje, het lievelingetje. Er werd naar me geluisterd en ik leerde dat ik het vermogen had om mensen aan het lachen te maken. Vijf jaar later kwam mijn zusje en weer anderhalf jaar later mijn broertje. Zo verschoof mijn positie. Mijn vader en moeder hebben mij best op late leeftijd gekregen. Mijn vader is nu 88. Dat ze ouder waren, maakte niets uit. Ik heb liefdevolle herinneringen aan mijn kindertijd.
Waar woonden jullie?
Ik heb altijd in Rotterdam gewoond. Op twee jaar na: van mijn 12de tot mijn 14de woonde ik in Suriname. Mijn ouders zijn op een gegeven moment gescheiden en mijn moeder, die voor mijn vader naar Nederland was gekomen, besloot terug te gaan naar Suriname en nam ons drie kleintjes mee. Ik denk met een goed gevoel terug aan die tijd, hoewel het op het moment zelf niet makkelijk was, met al mijn vriendinnetjes die in Rotterdam bleven. Toch denk ik dat mijn emotionele ontwikkeling juist toen heel snel is gegaan, omdat de dingen niet meer zo vanzelfsprekend waren.
Je vertelt zo liefdevol over je ouders en je jeugd. Hoe was het voor jou dat ze uit elkaar gingen?
Moeilijk, al heb ik weinig herinneringen aan de periode dat het minder ging. Ik ben daar van weggehouden. Wat ik wel weet, is dat ik uit liefde geboren ben. Een liefdesbaby. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, werd dat ineens onderdeel van mijn identiteit. Dat mijn ouders waren gescheiden, kreeg een betekenis in de zin van dat ik vragen kreeg als: ‘ken je je vader wel’ én: ‘woonden je ouders bij elkaar?’ Opeens was ik ‘zo’n Surinaams kind’. Zo’n kind dat haar vader niet kent, in de categorie ‘zo gaat dat bij jullie’. Ik merk dat ik me daar tot de dag van vandaag bewust van ben. Daarom zei ik net denk ik zo nadrukkelijk dat mijn moeders eerste echtgenoot is overleden. Blijkbaar voel ik dan toch dat ik de gezinssituatie moet verklaren.
Je moeder is toch weer naar Nederland gegaan.
Dat deed ze voor ons, denk ik. Suriname was toch een tweede wereldland, waar de stroom uitviel en niets vanzelf ging. Bij mijn terugkomst heb ik wel een klein trauma opgelopen. Ik zat in Suriname op een privéschool, deed vwo. In Rotterdam werd ik met goed tussenrapport overgeplaatst naar de havo. Dat heb ik heel erg gevonden. Een docent zei: ‘Ik ken die school niet, ik zet je op havo’. Ik weet nog dat ik daar zat, tussen mijn ouders in, en dat ze alleen maar knikten. Ik dacht: maar dat kan toch niet?! Hij had wel beloofd dat hij me zou testen en dan nog eens zou kijken. Toen ik na drie weken ging informeren wanneer die test eens kwam, kreeg ik te horen dat meneer Beck – (Beck, met ck, heb je dat?) met pensioen was. Ik heb jarenlang gedacht dat ik niet slim genoeg was. Pas toen ik mijn hbo-diploma haalde, ging dat écht over. Het is toch eigenlijk te gek voor woorden, dat één persoon op zo’n manier je levensloop kan beïnvloeden? Maar goed: what doesn't kill you, makes you stronger.
Wat heb je gestudeerd?
Maatschappelijk werk en dienstverlening. Ik ben eigenlijk social worker. Ik wilde mensen helpen. Ik dacht toen ik eraan begon dat ik in het walhalla terecht zou komen, maar toen ik er zat, viel het zo tegen. Bij een sociale opleiding denk je toch dat het erom gaat hoe je mensen kunt helpen. Maar in de opleiding lag de nadruk op: hoe kunnen we mensen zo snel mogelijk wegsturen, zodat het zo min mogelijk geld kost. Zo naar, het was net een fabriek. Ik wilde iets doen waar ik blij van werd. En waarmee ik andere mensen blij kon maken.
Toen werd je actrice.
Ik kwam toch weer terug bij iets wat ik vroeger als kind al leuk had gevonden: met bewust ingezet gedrag mensen blij maken. Zoals ik vroeger deed, als we met het hele gezin bij elkaar waren.
Een van je eerste films was ‘Alleen maar nette mensen’.
Dat was mijn eerste grote rol. Ik had al wat kleine dingen gedaan. En ik speelde in een Hi-commercial ‘Pokkie Foetsie’, waarin ik mijn telefoon kwijt ben en over de rooie ga.
Hoe kijk je terug op ‘Alleen maar nette mensen’?
Als een heel intense film en een intense periode. Veel mensen namen aanstoot aan die film. Ik begrijp dat wel. Ik ben zelf ook niet over een nacht ijs gegaan toen ik de rol aannam. We zitten toch in een complexe maatschappij. En als je als donkere vrouw iets doet, vertegenwoordig je al snel een hele groep. Dus dat ik een voluptueuze tienermoeder speel die in de Bijlmer woont en eet met het bord op schoot en van bling-bling houdt, is wel een ding. Nederlandse mensen konden denken: zo zijn die Surinamers dus, terwijl Surinamers zeiden: waarom laat jij dit zien? Nu denken Hollanders dat wij zo zijn. Voor ik meedeed, heb ik alle voors en tegens heel goed afgewogen en de keuze gemaakt om het op dat moment en in die fase van mijn leven wel te doen.
Zou je het weer doen?
Ik denk dat de film zoals-ie er nu is, in de tijd waarin we nu leven, eigenlijk niet meer zo gemaakt zou kunnen worden. Er is veel veranderd en misschien, heel ironisch, heeft de film daar zelfs aan bijgedragen. Misschien dat de film ook bewustzijn heeft gekweekt bij makers, zo van: kunnen we niet iets produceren waarin donkere mensen iets genuanceerder afgeschilderd worden?
Kwam dat in de interviews destijds aan bod, de stigmatisering, of ging het meer over de buitenkant?
Tot op de dag van vandaag krijg ik vooral vragen over hoe ik zo was aangekomen. Al werd ook wel gevraagd wat ik zelf vond van hoe donkere mensen werden neergezet in de film. De tijd zal uiteindelijk uitwijzen of het een goede keuze is geweest. Tegelijkertijd is het een kickstart van mijn carrière geweest; na Alleen maar nette mensen heb ik zoveel kansen gehad om andere mooie rollen te spelen. Na de film kon ik in de interviews de vrouw achter de rol laten zien, en dat die niet samenviel met het personage dat ik speelde. Ook het feit dat ik zoveel kilo’s aan moest komen, kon ik uitleggen. Daar dwing ik overigens nog steeds respect mee af.
In Amerika is dat normaler dan hier, dat je aankomt of afvalt voor een film.
Ook in Amerika is dat niet zo gewoon, hoor. Er zijn bijna geen acteurs of actrices die én heel veel aan zijn gekomen voor een rol én heel veel zijn afgevallen (voor Vechtershart transformeerde Grives naar een topsporter red). Je hoort eigenlijk altijd dezelfde namen: Charlize Theron, Robert De Niro, Renée Zellweger. Veel acteurs grijpen toch terug op een dikmaakpak.
Voor mezelf is dat aankomen voor een rol belangrijk geweest. Als ik nu aan het repeteren ben en het lukt niet goed of op momenten dat ik mezelf niet goed genoeg vind, kan ik denken: maar toen deed je ook waar je je focus opzette, doe dat weer.
De aanleiding voor dit gesprek is je rol in een aflevering in ‘Van God los’. De serie wordt goed besproken.
Ja, ik zag ook een goede recensie voorbijkomen. Ik heb een bijrol, als agente die een harde, waardevolle les leert. Maar het is alweer een tijd geleden opgenomen. Half oktober komt ook Weg van jou uit, een komedie met Katja Herbers in de hoofdrol. Dat is volgens mij een leuke film, ik denk zelfs een potentiële hit. Zo geestig, met van die kleine tongue-in-cheek-slimmigheidjes. Na Alleen maar nette mensen ben ik bewust een beetje uit de buurt van komedie gebleven, wilde ik mijn serieuze en intellectuele kant laten zien. Zodat mensen denken dat ik niet zomaar een van de straat geplukte actrice ben – wat trouwens niet helemaal onwaar is, haha. Ik ben natuurlijk een beetje van de straat geplukt, want ik heb geen officiële opleiding, maar ook met die kant van mezelf voel ik me steeds comfortabeler.
Denk je weleens na over een internationale doorbraak?
De laatste tijd wel. Al is het alleen maar omdat – en dat klinkt niet netjes – als ik het werk dat ik hier heb verricht in Amerika gedaan had, ik nu een Porsche voor de deur zou hebben staan.
Word jij slechter betaald dan collega’s?
Wel dan mijn Amerikaanse collega’s. In Nederland niet, maar er is gewoon weinig geld. Hier wordt voor 1 miljoen een hele film gemaakt. Dat is het starttarief voor een beetje acteur in Amerika.
Wat zou je doen met een miljoen?
Verhuizen naar een zonnig eiland en alleen maar chillen! Nee... Ik zou een combinatie willen tussen iets filantropisch en een leven van genot. Dat hoeft elkaar niet te bijten. Veel mensen denken: genieten is voor later. Misschien is het omdat ik de dood in de ogen heb gekeken dat ik nog meer geprikkeld ben om in het hier en nu te leven en te genieten.
Wanneer was dat?
In 2009. Ik had open tbc, de Mexicaanse griep, een klaplong én een longontsteking. My body was a little bit like: dear God, take me now. Ik lag op bed, er was een verkeerde drain geplaatst. Mijn borst was opgezwollen als een ballon, als je er op drukte klonk het alsof je door de sneeuw liep. Ik had net ‘Pokkie Foetsie’ opgenomen. Moest die hele crew ook getest worden. Dat was erg! Dat vond ik zo erg.
Hoe kwam je aan die tbc?
Opgelopen bij vrijwilligerswerk in Congo. Maar goed, daarom zeg ik: het leven is freakin kort. Dat realiseerde ik me toen, op mijn 24ste voor het eerst.
En leerde je er iets van?
Soms zie ik nog wel die tiener die ik was, het meisje dat zich zorgen kon maken over puistjes. En ik bad ervoor: please, laat me knap zijn als ik later groot ben, alsjeblieft. Weet je wat de grap is? Ik heb hetzelfde gezicht als toen, alleen zijn mij de ogen geopend – dat is het cadeau wat ik heb gekregen. De waardering die ik heb voor mezelf. Ik ben oké zoals ik ben, en tegelijkertijd ben ik een werk in uitvoering.
Van God Los 9 oktober: Stormram, maandag, NPO 3, 21:20 uur
[/blendlebutton]
 
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van de Lagarde!