De dure verfilming van de populaire boekenreeks verzandt in een vlot tempo in algehele middelmatigheid.
Eragon, The Spiderwick Chronicles en The Golden Compass. Het zijn enkele voorbeelden van mislukte adaptaties van succesvolle romans over jongens die een geheime wereld ontdekken. Voor veel filmmakers blijft het moeilijk om een populaire boekenreeks te vertalen naar beeld. Het is immers bijna onmogelijk om de boekenfans niet te vervreemden, de gemiddelde kijker aan te trekken, en de basis te leggen voor een mogelijke sequel.
Artemis Fowl dus. Het verhaal van het 12-jarige wonderkind en criminele meesterbrein kwam tot leven in 2001, toen de Ierse schrijver Eion Colfer zijn fantasyroman publiceerde. Het duurde niet lang voordat de rechten werden gekocht door de inmiddels veroordeelde filmproducent Harvey Weinstein, medeoprichter van Miramax Films. Na 19 jaar touwtrekken zou de Disney-film begin dit jaar in de bioscoop verschijnen, maar het coronavirus sloeg toe, en Disney besloot om de film rechtstreeks uit te zenden via het streamingplatform Disney+.
De film opent wanneer een grote groep journalisten zich verzamelt rondom het landhuis van de Fowls. Ze arresteren de grote dwerg Mulch Diggums (Josh Gad), die vervolgens het plot uiteenzet in een ondervragingskamer. Het vroegrijpe titulaire personage (Ferdia Shaw) woont samen met zijn rijke vader (Colin Farrell), en hun lijfwacht Domovi Butler (Nonso Anonzie). Wanneer Artemis Sr. verdwijnt en beschuldigd wordt van diefstal, ontdekt Artemis Jr. dat er een magische wereld bestaat bevolkt door feeën, onder wie zijn nieuwe vriendin Holly Short (Lara McDonnell), en besluit hij om zijn vader te redden.
De acteur en regisseur Kenneth Branagh leverde eerder succesvolle films af zoals de klassieker Much Ado About Nothing, en later grootschalige producties zoals de Marvel-film Thor en Disney's live-action versie van Cinderella. Hier lijkt Branagh, in samenwerking met de Ierse toneelschrijver Conor McPherson, vrijwel geen controle te hebben over het verhaal en de visuele beeldtaal van de film.
Met een budget van 125 miljoen dollar kon Branagh zowel met de SFX als de CGI in combinatie met het script een gelaagd beeld schetsen, maar gelet op de fluorescerende gadgets en de zwaar geklede CGI-personages kan je zien waar het geld in zit – en dat is niet in een fantasierijke wereldopbouw. Toch herpakt de film zich in de tweede helft waarin de grillige verhaalstructuur enigszins opleeft, maar zelfs Dame Judi Dench kan er niet meer van maken.
De crux ligt deels in het feit dat de makers mikken op een succesvolle adaptatie van een populaire boekenreeks, maar dan een ouderwetse Disney-avonturenfilm creëren ter vermaak van het jonge publiek. Wellicht is het eindproduct het resultaat van overmatige studio-inmenging: een adaptatie gericht op een ieder met interesse in fantasy, maar uiteindelijk weinig aantrekkelijk voor iedereen - al zal het een enkeling aanspreken.