Alles over series, tv en film. Vanaf de redactie van de VARAgids.

Achter de schermen: salvia roken bij Drugslab

  •  
10-07-2017
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
54 keer bekeken
  •  
Drugslab1
Achter de schermen bij Drugslab, waarvan het YouTube-kanaal inmiddels ruim 400.000 abonnees telt.

‘Ik vind het wel poepiespannend.’
‘Ik snap het. Je gaat het roken met dit pijpje.’
Welkom op de set van Drugslab, het YouTube-programma van BNN waarin drie presentatoren wekelijks per toerbeurt een drug uitproberen en vertellen hoe het voelt. Vandaag is de beurt aan Nellie Benner. Zij zal salvia zal uitproberen, een drug waarvan je behoorlijk van de wereld kunt raken: je kunt jezelf in een andere wereld plaatsen, of je voelt jezelf ineens een voorwerp – Nellie kent het verhaal van een gebruiker die zich ooit een autoband waande.
Drugslab heeft een duidelijk format: twee van de drie presentatoren (Benner presenteert het programma met Rens Polman en Bastiaan Rosman) staan in een soort scheikundelokaal, één gebruikt de drug, de ander blijft opletten en vertelt over de drug, één heeft vrij en zit thuis. ‘De jongens zijn een beetje bang voor de tripmiddelen, daarom doe ik die wat vaker,’ zegt Benner. Salvia een zo’n tripmiddel, dus is zij de proefpersoon.
‘Salvia is legaal verkrijgbaar, je kunt het in Nederland gewoon in de smartshop kopen. Maar het is ontzétttend heftig. In heel veel landen is het wél illegaal.’
Drugslab is een programma van BNN, maar wordt uitgezonden op YouTube. 400.000 mensen hebben een Drugslab-abonnement en krijgen een melding op hun telefoontje zodra er een nieuw Drugslab-filmpje online gaat. Het overgrote deel daarvan komt níet uit Nederland; slechts zeven procent van de abonnees is Nederlands. De rest van de abonnees volgt Drugslab vanuit Brazilië, Amerika of Rusland. Als een nieuwe episode op vrijdag om 17:00 online gaat, duurt het een uur of zes voordat de kijkpiek zich aandient: het moment dat Amerikanen of Brazilianen (want: andere tijdzone) tijd hebben om ernaar te kijken. Alle filmpjes zijn ook ondertiteld – in het Engels en het Russisch.
‘Dat hebben we geleerd van Spuiten en Slikken,’ zegt Polman over het BNN-vlaggenschip op NPO 3 over drugsgebruik. ‘Die uitzendingen werden ook altijd over de hele wereld bekeken. Liefhebbers haalden de beelden van de site en zetten daar zelf ondertiteling onder. Van al die buitenlandse kijkers zag BNN nooit iets terug, het ging geheel buiten ons om.’
Zelfs het decor is aangepast op ondertiteling: we zien onderin beeld een strookje van de tafel waar de presentatoren aan zitten. Een wit vlak, waar ondertiteling perfect tot zijn recht komt. Drugslab hangt aan elkaar van zulke YouTube-wetten. ‘We draaien bewust met één camera. Dat is tegen alle tv-wetten in, en daardoor voelt het ook niet als televisie,’ zegt Jelle Klumpenaar, die voor BNN de YouTube-kanalen ontwikkelt. ‘Daardoor is het ook echter,’ vindt Polman. Nog zoiets: het decor is simpel en verandert nooit. Klumpenaar: ‘Een YouTube-programma wil abonnees, geen kijkers. Maar abonnees willen wel weten waarop ze een abonnement nemen. Het programma kan er daarom niet steeds heel anders uitzien.’
Nog zoiets: een uitzending Spuiten en Slikken bevat meerdere items, die door elkaar worden gemonteerd. Een tv-kijker kun je zo vakkundig aan je programma gekluisterd houden. Op YouTube werkt dat niet zo; je spoelt direct door naar het fragment van je gading. Bij Drugslab hebben ze dat ook ondervonden: de eerste afleveringen nemen nog een vrij lange aanloop naar het drugsgebruik zelf (er moet immers het een en ander worden uitgelegd); kijkers sloegen dat allemaal over. Nu komen de drugs er snel bij en legt een presentator (degene die nuchter blijft) ondertussen uit wat er gebeurt met de gedrogeerde co-presentator tijdens het gebruik zelf. Je ziet dat overal in de digital age: het pakket (of het nou een krant is of een tv-programma) wordt ontrafeld door de gebruiker en alleen het beste wordt bekeken of gelezen.
‘Het ziet eruit als gedroogde kruiden, en het ruikt naar hamstervoer.’
Al die wetenschap is dus tot stand gekomen zonder de kijkcijfers van de Stichting Kijkonderzoek. ‘Kloppen die cijfers wel precies?’ vraagt Polman zich af. ‘Dat gaat toch met die kastjes? Nou, wij kunnen de werkelijke kijkcijfers zien, per seconde, en waar ze vandaan komen.’ Juist door die meting met secondes (wat de SKO alleen per minuut kan) bleek dat de pieken in de kijkcijfers precies samenvielen met close-ups van de (gedrogeerde) presentatoren. Daar kun je als programmamaker gebruik van maken.
En zo staat er een generatie televisiemakers op die nog wel de publieke middelen (lees: het geld) nodig heeft om televisie te maken, maar verder totaal autonoom functioneert. Natuurlijk, Drugslab is ook te zien via NPO3.nl, het online platform van het derde NPO-net. Maar de filmpjes op YouTube hebben een hogere kwaliteit: de afspeeltechniek van de NPO zorgt dat de filmpjes niet al te scherp terug te kijken zijn. Op YouTube wordt de hoge beeldscherpte wel gehaald. En de filmpjes duren ook langer dan de vijf minuten die de NPO eigenlijk toestaat bij de omroepen die op YouTube publiceren.
‘Je kunt het ook kauwen. Het schijnt best vies te zijn.’
Het is het gelijk van de winnaar: de duizelingwekkende kijkcijfers van Drugslab overtreffen bij de hits die van Spuiten en Slikken, waarmee het voor BNN begon – het best bekeken filmpje, waarin Polman uit z’n plaat gaat op xtc, is ruim een miljoen keer bekeken en heeft reacties als ‘Man this language is messing with me’ en ‘Y lo subtitulos en español? Nosotros tambien nos drogamos: v’.
De kijker staat met deze mogelijkheid tot commentaar rechtstreeks in contact met de maker – iets dat televisie nooit dusdanig kan bewerkstelligen. ‘Dat is mooi, maar ook heftig,’ zegt Benner, een paar uur voordat ze salvia uit zal proberen. De Drugslab-presentatoren zijn uitgekozen op hun toegankelijke, alledaagse uitstraling, maar die vermeende toegankelijkheid heeft ook een andere kant: de mening van de kijker krijg je overal, meer dan ooit, op je bord.
Is er dan helemaal geen gedoe met YouTube? Het Amerikaanse bedrijf zou toch niet te boek willen staan als medium waar het gebruik van drugs wordt gepropageerd? ‘Ik heb bij de start zelf contact gelegd met YouTube en uitgelegd wat we van plan waren: het moet een educatief programma zijn over drugsgebruik. De eerste vierhonderdduizend abonnees hebben we vrijwel zonder haatberichten behaald. Er is nog één YouTube-kanaal over drugs groter dan wij, zij zitten op zeshonderdduizend, maar zijn al jaren bezig. Binnenkort zijn wij wereldwijd de grootste. Dat gaat zeker lukken.’
Drugslab, iedere vrijdag om 17:00 een nieuwe aflevering online
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van de Lagarde!